Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

AboeNasr Mohammed al-FÂRÂBÎ

betekenis & definitie

(Wasidj bij Farab, tgw. Tadzjikastan, ca 870 Damascus 950-’51), geldt als de grootste Mohammedaanse wijsgeer vóór Avicenna.

In de Arabische literatuur heet hij vaak de „tweede Meester” als opvolger van de eerste Meester Aristoteles, van wie hij het werk heeft gecommentarieerd. Al-Fârâbî bracht zijn studietijd te Bagdad door, waar hij met de vertalingen en de vertalers van de Griekse wetenschappelijke letterkunde kennis maakte. Zijn latere leven bracht hij door in Syrië aan het hof van de Hamdaniedische vorsten.Behalve een aantal werken van Aristoteles commentarieerde al-Farabi verhandelingen van Porphyrius, Alexander van Aphrodisias en de Almagest van Ptolemaeus. Buitendien schreef hij een aantal zelfstandige verhandelingen van filosofische en metafysische inhoud en een belangrijke verhandeling over de theorie van de muziek. Slechts een klein gedeelte is daarvan uitgegeven door Dieterici.

In zijn wijsgerig stysteem bouwt al-Fârâbî vooral voort op de filosofie van Aristoteles in zijn Nieuwplatonische vorm; een geschrift van hem is gewijd aan de overeenstemming van de filosofie van Aristoteles met die van Plato. Deze beide voorgangers vullen elkander aan en bedoelen volkomen hetzelfde. Hij tracht aan te tonen, dat Aristoteles evenals Plato de wereld door een tijdloze daad van de Schepper Iaat voortbrengen. Op grond van deze beschouwingen over de voorgangers ontvouwt al-Fârâbî in zijn geschriften een consequent doordacht „systeem der wetenschappen”. Al-Fârâbî’s werken hebben niet alleen instemming maar ook heftige oppositie gevonden in de Mohammedaanse wereld. Zij zijn gecommentarieerd en van sommige bestaan ook Hebreeuwse bewerkingen.

Bibl.: Alfarabi’s Philosophische Abhandlungen, waarvan de voornaamste is de Foesoes al-Hakim, d.i. de ringstenen der wetenschappen, Arab. en Duits d. F. Dieterici (Leiden 1890-’92, Die Philosophie der Araber, dl 14/15); Risâla fî ârâ ahl al-madina alfâdila, d.i. verhandeling over de opvattingen v. d. inwoners der voortreffelijke stad, uitg. d. F. Dieterici (Leiden 1895, Duitse vert. m. inl.: Der Musterstaat, ald. 1900, schildering v. e. ideaalstaat); Die Staatsleitung von al-F. Deutsche Bearb. aus Dieterici’s Nachlass (ald. 1904); Das Buch der Ringsteine, übers. u.erl. v. M. Horten (Beitr. z. Gesch. d. Philosophie d. Mittelalters V, 1906); Über denUrsprungder Wissenschaften, hrsg. v. C. Baeumker (idemXIX, 1916); Kitabul musiqi Al Kabir (R. d’Erlanger, La musique arabe I, II, Paris 1930-1936); Arab.-lat. writings on music with transl. by H. G. Farmer (Glasgow 1934); Ri sâla fi’l-ahl, d.i. verhand, over het intellect, uitg. d. H.Bouyges (Beyrouth 1938)

Lit.: M. Steinschneider, Al-Farabis des arab. Philosophen Leben u. Schriften (Mém. de l’Ac. de St. Petersbourg 1869); T. J. de Boer, Gesch. d. Philosophie im Islam (Stuttgart 1901); P. Tripodo, A. N. al F. e i suoi scritti musicali (Roma 1905); F. J. de Boer, De Wijsbegeerte i.d. Islam (Haarlem 1921); E. Beichert, Die Wissenschaft der Musik bei al F., diss. Freib. i. Br. (1932); F. R. Hamoui, A.’s philosophy and its influence on scholasticism (Sidney 1933); J. Madkour, La place d’al-F. dans l’école philosophique musulmane (Paris 1934).

< >