dynastie van Mohammedaanse kaliefen, van 750-1258. Zij stammen af van Abbas, den oom van den profeet Mohammed en kwamen aan het bewind door een zorgvuldig voorbereide opstand, die in de provincie Chorassan was uitgebroken tegen de dynastie der Omajjaden.
De eerste Abbasiedische kalief was Aboe’1Abbas al-Saffah (750-754). Zijn broeder en opvolger Aboe Dja’far al-Mansoer verlegde de residentie naar het nieuw gestichte Bagdad, dat sedertdien de hoofdstad van de Abbasieden is gebleven. Zij beleefde vooral een bloeitijd onder den meest beroemden Abbasiede: Harun al-Raschid (786-809) en diens onmiddellijke opvolgers. Tot het begin der 10de eeuw hebben de Abbasieden werkelijke heersersmacht uitgeoefend. Daarna zijn zij met hun hoofdstad achtereenvolgens onder de voogdij van Perzische en Turkse sultansdynastieën gekomen, terwijl grote delen van het vroegere kaliefenrijk zich onder afzonderlijke dynastieën onafhankelijk maakten. In het eind der 12de eeuw wisten de kaliefen weer een klein gebied rondom Bagdad aan zich te onderwerpen, maar de verovering van de stad in 1258 door deMongolen onder Hoelagoe maakte een einde aan de dynastie. Alleen hebben nadien nog Abbasieden als schijnkaliefen geresideerd te Cairo aan het hof van de Mamloekse sultans; na de verovering van Egypte door de Osmanen in 1517 hield ook deze waardigheid op. PROF. MR J. H. KRAMERSLit.: G. Weil, Geschichte der Chaliefen II, III, 1848, 1851; W. Muir, The Caliphate, its Rise, Decline and Fall, new ed. (1924); G. v. Vloten, De opkomst der Abass. in Chorasan (1890); A. Müller, Der Islam im Morgen- und Abendland (1885-1887); C. Brockelmann, Gesch. der islam. Völker (1939); Le Strange, Baghdad during the Abbasid caliphate (Oxford 1900); G. Zaydau, Umayyads and Abassids (Gibb memorial series, IV); Margoliouth and Amedroz, The eclipse of the Abasside caliphate d’après Ibn Miskawaïhi, 7 vol. (Oxford 1920-1921).