de tweede zoon van Feth Ali, Sjah van Perzië uit de dynastie der Kadjars, werd in 1789 geboren en, met terzijdestelling van zijn ouderen broeder, beschouwd als erfgenaam van de vaderlijke troon; hij stierf echter vóór zijn vader. Hij kwam veel in aanraking met Europeanen en leerde hierdoor de Europese beschaving kennen.
Daarom trachtte hij zoveel mogelijk Europeanen aan het hof te verbinden en hervormde vooral het leger, bijgestaan door Engelse officieren. Toen Perzië in 1811 de oorlog verklaarde aan Rusland, voerde Abbas Mirza bevel over het Perzische leger, maar was niet gelukkig in de strijd. In 1821 gaven de voortdurende twisten over de grenzen met Turkije aanleiding tot een oorlog. Abbas Mirza drong diep in het Turkse gebied door; doch tengevolge der cholera, die het Perzische leger aantastte, gingen zijn veroveringen weder verloren. De oorlog met Rusland (18261828, vrede van Toerkmantsjai) was rijk aan nederlagen, ondanks het grote beleid van Abbas Mirza. In de jaren 1831 en 1832 streed hij tegen de stamhoofden der Koerden in Khorassan en overleed op een expeditie tegen Herat in Dec. 1833 te Mesjhed. Zijn oudste zoon, Mohammed Mirza, beklom in 1834 de troon van Perzië.