Landgoed te Créteil aan de Marne („Abbaye” genoemd naar de Abbaye de Thélème van Rabelais; vgl. Gargantua I).
Daar heeft van Dec. 1906 tot Jan. 1908 een groep kunstenaars gewoond, die, ver van alle scholen en leerstellingen, als vrije mensen en vrienden samen wilden leven. Zij trachtten de eisen van het moderne maatschappelijke leven in overeenstemming te brengen met hun onafhankelijkheid en activiteit als kunstenaars door zelf in hun onderhoud te voorzien: vier uur per dag besteedden zij aan het hanteren van de drukpers, onder leiding van een vakkundige, en wijdden zich de rest van de dag aan eigen, artistieke, bezigheden. Door gebrek aan practische ervaring en het ontbreken van hulp van de buitenwereld heeft hun geestdriftige onderneming moeten falen. De bewoners van de Abbaye waren: René Arcos, Georges Duhamel, Albert Gleizes, Henri Martin (Barzun) Charles Vildrac en de drukker Lucien Linard; tot de vrienden en bezoekers van de Abbaye behoorden: Georges Chennevière, Luc Durtain en Jules Romains.Lit.: Chr. Sénéchal, L’Abbaye de Créteil (1930); M. L. Bidal, Les écrivains de l’Abbaye (1938).
