Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

A-metallisme

betekenis & definitie

heet de richting in de geldtheorie, welke de waarde van het geld niet verklaart uit de waarde van het metaal waaruit het geld bestaat of waartegen het kan worden ingewisseld, doch uit zijn geschiktheid om als ruilmiddel dienst te doen. De a-metallisten hebben zich losgemaakt van de gedachte dat als geld alleen kan dienst doen iets dat intrinsieke waarde bezit.

Geld behoeft volgens hen niet een goed te zijn dat ook andere behoeften kan bevredigen, en dat dus ook in die andere hoedanigheid bruikbaar is. Ook wanneer dit laatste wel het geval is, zoals onder de gouden standaard, kan men volgens deze richting niet zeggen dat het geld zijn waarde ontleent aan het goud. Wanneer namelijk het goud geen monetaire functie zou bezitten, zou zijn waarde sterk dalen, doordat het dan in veel ruimere mate voor andere aanwendingen beschikbaar zou komen. Overeenkomstig deze zienswijze kan men dus met evenveel recht betogen dat het goud zijn waarde ontleent aan het geld, als omgekeerd.Toegepast op de geldpolitiek, leidt het a-metallisme tot het inzicht, dat een binding tussen het geld en het goud niet slechts als onnodig, maar onder bepaalde omstandigheden zelfs als schadelijk moet worden beschouwd. In plaats van zich te onderwerpen aan de grillen van de gouden standaard, zou de overheid het geldwezen volgens autonome normen moeten regelen.

PROF. DR F. A. G. KEESING

Lit.: Knapp, Staatliche Theorie des Geldes (1905); Bendixen, Das Wesen des Geldes (1907); Von Mises, Theorie des Geldes und der Umlaufsmittel (1912); G. M. Verrijn Stuart, Geld en Crediet.

< >