(psychologie), een term, die in de dieptepsychologie veelvuldig wordt gebruikt. Wanneer men zegt: A heeft een binding aan B, dan bedoelt men daarmede dat A in de betrekking tot B niet meer „vrij” is, doch zonder het zelf te weten de invloed van persoon B, in zijn innerlijke gesteldheid en in zijn daden ondergaat.
In de term „binding” is steeds de betekenis „dwangmatig” meegedacht. Deze gebondenheid heeft een onbewuste driftmatige ondergrond (zie overdracht). Dit verschijnsel behoeft niet altijd pathologisch te zijn. Zo kan een leerling een „binding” hebben aan zijn leraar. Wordt de term „binding” gebruikt voor een rijpe liefdevolle betrekking, bijv. tussen ouders en kinderen of omgekeerd voor werkelijke liefde, dan wordt de term niet gebruikt in de zin, die de dieptepsychologie er aan geeft (zie ook psycho-analyse).