Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bie (De)

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Joris of Gregorius de Bie, die in 1586 in plaats van Jacob Reingaud in ons Vaderland de betrekking erlangde van thesaurier-generaal. Hij betoonde zich, volgens het algemeen getuigenis der geschiedschrijvers, een man van beproefde trouw en onomkoopbare eerlijkheid.

Adriaan de Bie, een uitstekend schilder. Hij werd geboren te Lier in 1594, was een leer­ling van Wouter Abts, bezocht Parijs en Rome en leverde een aantal uitmuntende schilde­rijen. — Zijn zoon Cornelis heeft het “Gulden- cabinet van de edele, vrije schilderconst” geschreven.

Jacobus de Bie, een voortreffelijk graveur, die in 1581 te Antwerpen geboren werd. Een gedeelte der platen, door Co!laert naar teekeningen van M. de Vos in het licht gegeven, is door de Bie bewerkt. Hij was een zeer ge­leerd man, ongemeen ervaren in de oudheid­kunde , en heeft vooral eene menigte portret­ten gegraveerd.

Marcus de Bie, een kunstschilder en leerling van den beroemden Jacob van der Does, die vooral bedreven was in het schilderen van schapen. Waarschijnlijk zou hij zijn meester geëvenaard hebben, zoo hij niet op ligtzinnige wijze het penseel met het zwaard ver­wisseld had. Van zijne hand bestaan etsen naar teekeningen van Potter. In 1664 werd hij lid van het Genootschap van Haagsche Kunstschilders.

Alexander de Bie. Deze ontving in 1653 verlof van den burgemeester van Amster­dam , om aan het Athenaeum openbare les­sen te geven in de wiskunde, terwijl hij vervolgens tot hoogleeraar aan die inrigting werd benoemd.

< >