Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Man

betekenis & definitie

Man, een tot Engeland behoorend eiland in de Iersche Zee, telt op bijna 103/4de geogr. mijl ruim 52000 inwoners en draagt eene bergketen, die, in noordelijke rigting voortschrijdend, uit leisteen en graauwak bestaat. Deze bevat lood, zinkblende, koper en ijzer, en levert bouwsteen, kalk en wat daklei, maar geen steenkolen. Zij is van boomen en heesters verstoken, maar bedekt met veenen heidegronden en besproeid door talrijke beken. Van het hoogste punt, den Sneafell (600 Ned. el hoog) kan men bij gunstige omstandigheden de kusten van Ierland, Schotland en Engeland zien.

De oevers van het eiland zijn, behalve aan de noordzijde, rotsachtig en omsluiten onderscheidene kleine baaijen. Man is over het geheel van nature woest en onvruchtbaar, doch door de vlijt zijner bewoners grootendeels in uitmuntend land herschapen. Men verbouwt er veel aardappels, mangelwortels en vlas, tarwe, gerst en haver; ook brandt men er eene groote hoeveelheid kalk. De voornaamste tak van nijverheid echter is er, behalve de veefokkerij, de haringvangst. Ook de kustvaart is er niet onbelangrijk. De mijnontginning daarentegen heeft er niet veel te beteekenen, en de nijverheid bepaalt er zich tot het weven van linnen en tot het vervaardigen van schoenen van ongelooide huiden. In 1860 had men er ruim 580 visschersvaartuigen, 3tot 400 zeilschepen en onderscheidene stoombooten. — De inwoners, die zich zelven Manks en het eiland Maming noemen, zijn afkomstig van de oorspronkelijke Celtische bevolking der Brittannische eilanden.

Hunne taal komt echter veel meer overeen met het Gaelisch en Iersch, dan met het Kymrisch in het naburige Wallis , doch zij verdwijnt meer en meer voor het Engelsch, hetwelk op alle scholen geleerd wordt. De ingezetenen zijn er behoeftig, doch opgeruimd en zeer aan hun eiland gehecht, behooren tot de Episcopaalsche Kerk en hebben een eigen bisschop, die echter geen lid is van het Parlement. Ook heeft het eiland zijne eigene instellingen en wetten. Het bestuur is er in handen van een Koninklijken gouverneur met een Raad of Hoogerhuis van 9 leden, terwijl de wetgevende magt uitgeoefend wordt door 24 vertegenwoordigers (Keys), die hun collegie sedert 1450 door eigen keus uit de aanzienlijkste grondbezitters aanvullen. Er wordt regt gesproken door 2 deemsters (regters). Die ligchamen vormen gezamenlijk het Parlement (Tynwald-Court), en ook thans nog worden jaarlijks bij den berg Tynwald bij Peel de wetten openlijk voorgelezen.

Man had in ouden tijd zijne eigene koningen, maar werd in de 13de eeuw door de Schotten veroverd, welke in de daarop volgende weder door de Engelschen werden verdreven. Na dien tijd zijn onderscheidene geslachten met het eiland beleend. Koning Hendrik IV gaf het aan Hendrik Percy van Northumberland, de laatste, die het met den koninklijken titel bezat. Toen deze den Koning verried, verviel het eiland in 1405 aan lord Stanley, wiens kleinzoon graaf van Derby werd. Het bleef in dit geslacht tot in 1735 en kwam vervolgens aan den hertog van Athol. Deze bezat het eiland tot in 1765 en verkocht het toen, daar het steeds een nest van smokkelaars was, aan de regéring des lands voor 70000 pond sterling.

Het bleef echter in het bezit van zijne oude instellingen. De hoofdplaats en zetel der regéring is het vlek Castletown aan de zuidkust, met het oude, thans als gevangenis en krankzinnigengesticht gebezigde Castle Rushen, een paleis van Justitie, het Huis der Vertegenwoordigers, eene Latijnsche school en 2500 inwoners. De haven van deze plaats is niet zeer toegankelijk en de handel dientengevolge niet bijzonder aanzienlijk. De stad Douglas, op de oostkust, met het fraaije slot Monacastle van den hertog van Athol, een hospitaal en een werkhuis, bezit eene zeer goede, door een fort bestrekene haven en nagenoeg 8000 inwoners, die zich vooral met scheepvaart, haringvangst en robbenslagerij bezig houden en ook boter, gevogelte en rundvee naar Liverpool uitvoeren. Met laatstgenoemde stad, alsook met Whitehaven en Dublin onderhoudt Douglas een levendig stoombootverkeer.