Bidpai of Pilpai (ervaren geneesheer) is de naam van een voornaam Indisch wijsgeer, den visier van den Indischen koning Daksjelim en den vervaardiger van eene beroemde verzameling van fabelen en verhalen, die sedert een twintigtal eeuwen in het Oosten verspreid zijn en er als de voortbrengselen der verhevenste levenswijsheid worden beschouwd. De naauwkeurige nasporingen van Colebrooke, Wilson, Sylvestre de Sacy en Loiseleur des Longchamps hebben daarover veel licht verspreid.
Zij verschijnt het eerst in de Oudindische verzameling van fabelen, die den naam draagt van “Pantsjatantra (uitgegeven door Kosegarten te Bonn in 1848)”, die vroeger in Indië meermalen is gedrukt onder den titel van “Hitopadeça" en onder den Perzischen koning Noersjirwan de Groote door zijn geneesheer Barsuye als “Kalila en Dimna” (de namen van 2 sjakals, die in het eerste boek voorkomen) in het Perzisch is overgebragt. Deze vertaling is verloren gegaan, maar de verzameling is ten tijde van khalif Almansor door Abdallah ebn Almokaffa (760) in het Arabisch vertolkt. Deze vertaling, uitgegeven door Sylvestre de Sacy, is de bron der overige vertalingen en bewerkingen. Onderscheidene Arabische dichters hebben ze in uitvoerige gedichten herschapen, bijvoorbeeld Abdalmoemin ebn Hassan in zijne “Paarlen der wijsheid, Aboe Iaali al Habariya in zijne “Hardroepende en zachtsprekende (1115)”.
De oudste dichter der nieuw-Perzische letterkunde, Roedegi genaamd, maakte er een dieren-épos van, en ook in het nieuw-Perzisch proza zijn er onderscheidene bewerkingen van bekend. Ali Tsjelebi, hoogleeraar te Adrianopel, zette ze over in het Turksch, en men vindt ze zelfs in het Maleisch, Mongoolsch en Afrikaansch. In Europa vertoonde zij zich het eerst in het Grieksch tegen het einde der 11de eeuw, honderd jaar later in het Hebreeuwsch, en in de 15de eeuw in het Latijn. Niet lang daarna verscheen zij in het Duitsch onder den titel “Buch der Byspel der alten Weisen”, waarvan, naar men meldt, een exemplaar aanwezig
is op de Koninklijke bibliotheek te Stuttgart. In het Spaansch werd zij uitgegeven in het midden der 13de eeuw, terwijl zij vervolgens in de meeste nieuwe talen van Europa verscheen.
Het boek van Bidpai is vervaardigd in den geest van den Reinaart, maar het heeft eene eigenaardige Oostersche kleur en is van spreuken en gemeenplaatsen doorweven. Meermalen heeft men daarmede het volksboek van de “Zeven wijze meesters” verward, dat waarschijnlijk evenzeer uit Indië oorpronkelijk en vandaar onder den titel “Sindbad Nârneh (Het boek van den wijzen Sindbad)" naar Perzië overgebragt is.