Abd-ul-Mumen (Abu-Mohammed) was de grondlegger van het magtige vorstenhuis der Almohaden. Hij werd geboren in het jaar 1101 in het noordwestehjk gedeelte van Afrika. Hij was de zoon van een pottebakker en onderscheidde zich reeds in zijne jeugd door groote talenten.
Als de geliefkoosde leerling van Ben-Tumert, den stichter van eene nieuwe Mohammedaansche sekte, vergezelde hij dezen naar Fez en Marokko. Weldra moesten beiden de vlugt nemen. Zij begaven zich met hunne aanhangers naar Tinmal aan de grenzen der Sahara. Die stad werd van dat oogenblik af de heilige plaats der Almohaden (Muahedim). Ben Tumert liet er zich tot opperhoofd iman uitroepen, en Abd-ul-Mumen werd zijn onderbevelhebber (hadib). Na vele en gelukkige oorlogen in Noord-Afrika en Spanje legde de grijze Iman zijne betrekking neder, en zijn Hadib werd te Tinmal tot Khalif gekozen. Deze zorgde niet minder dan zijn voorganger voor de uitbreiding des rijks en kon eindelijk zijn zetel vestigen te Marokko, terwijl zijne legerhoofden zich van Sevilla en Cordova in Spanje meester maakten. Hjj stierf (1163), toen hij op het punt was, om aan het hoofd van een ontzettend leger naar laatstgenoemd rijk over te steken.