Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jaar

betekenis & definitie

Het jaar noemt men gewoonlijk het tijdperk, waarin de aarde haren togt om de zon eenmaal volbrengt. Daar dat tijdperk niet juist een geheel aantal dagen bevat en men in het dagelijksch leven niettemin enkel bij geheele dagen rekenen kan, moet men al dadelijk onderscheid maken tusschen het sterrekundig en het burgerlijk jaar. De lengte van het eerste — schoon niet geheel onveranderlijk — bedraagt gemiddeld 365 dagen 5 uren 48 minuten en 48 seconden, terwijl het bij zijne grootste lengte (3040 vóór Chr.) 38 seconden langer, en bij zijne minste lengte (7600 na Chr.) evenzooveel seconden korter is.

Het jaar in dien zin of de tijdruimte tusschen 2 opvolgende herfst- of voorjaarsnachteveningen, zomer- of winterzonnestanden noemt men ook wel het tropische jaar, om het te onderscheiden van het sidérische, zijnde de tijd, welke verloopt van het oogenblik dat de zon eene vaste ster verlaat totdat zij deze weder bereikt heeft. Het sidérische jaar is wegens het vooruitschuiven der nachteveningen iets langer dan het tropische en wél 20 minuten en 23 seconden. Van beide verschilt het maanjaar of het tijdperk van 12 maansomloopen; het telt 354 dagen 8 uren, 48 minuten en 36 seconden. De tijdrekening der volkeren berust in den regel op het zonnejaar of het maanjaar. De Mohammedanen houden zich nog altijd aan het maanjaar, terwijl de meeste overige volken aan het maanjaar de noodige dagen hebben toegevoegd om het met het zonnejaar in overeenstemming te brengen (zie Calender). Voorts kent de sterrekunde nog het anomalistische jaar of het tijdperk, verloopen tusschen twee opvolgende tijdstippen, waarin zich de zon het digtst bij de aarde bevindt of het verst van haar verwijderd is. Het is nagenoeg 5 minuten 12 seconden langer dan het sidérische of omstreeks 25 minuten 35 seconden langer dan het tropische jaar. Het groote of Platonische jaar noemt men het tijdperk, waarin de pool van den aequator haar omloop volbrengt om de pool der ecliptica; het heeft eene lengte van bijna 25900 jaren.

Het jaar verdeelt men in 4 sterrekundige jaargetijden, welke door de namen lente, zomer, herfst en winter worden onderscheiden. Naast de sterrekundige jaargetijden heeft men de meteorologische, afhankelijk van de weêrsgesteldheid. Men heeft bijv. in de keerkringslanden slechts 2 meteorologische seizoenen, namelijk het drooge seizoen en den regentijd. De verdeeling van het jaar in 12 maanden is, zooals de naam reeds aanwijst, afkomstig van den omloop der maan, — die in weken van de schijngestalten der maan.