Fez, eigenlijk Fês of Fâs is een sultanaat, hetwelk zich uitstrekt over de belangrijkste provincie van het keizerrijk Marokko (zie aldaar). Het ligt aan den noordwestelijken voet van het Atlas-gebergte en telt op 5540 □ geogr. mijlen ongeveer 3 millioen inwoners, die uit Berbers, Mooren, Arabieren, Negers, Israëlieten en eenige Europeanen bestaan. Het sultanaat is verdeeld in 14 districten. — De hoofdstad Fez, de tweede residentie van den Sultan, is in 808 door Edris II gesticht en werd in de middeleeuwen, toen zij de hoofdstad was van het rijk van Marokko, als de prachtigste stad van het uitgestrekte gebied der Mohammedanen beschouwd. Zij telde toen 90000 huizen, 785 moskeeën en was beroemd wegens hare sierlijke gebouwen, scholen en wetenschappelijke inrigtingen.
Toen echter in de 16de eeuw de Keizer zijn zetel naar elders verplaatste, begon zij te kwijnen, zoodat zij nu slechts eene schaduw vertoont van hare voormalige grootheid. Intusschen blijft zij nog altijd de aanzienlijkste stad des rijks. Zij ligt in een fraai en vruchtbaar dal, door een krans van hooge bergen omringd, tusschen bloemtuinen, granaat- en citroengaarden. Eene zij-rivier van de Seboe verdeelt haar in Oud- en Nieuw-Fez. Nog telt zij 8000 inwoners en 130, volgens sommigen 360 moskeeën, waaronder die van Edris met zijn praalgraf de prachtigste en tevens eene onschendbare vrijplaats is. Er zijn 7 druk-bezochte openbare scholen.
Het oude paleis der Sultans is groot, maar in een vervallen toestand. Voor ’t overige gelijkt Fez met zijne talrijke baden, karavansera's, bazars en gaarkeukens op alle Mohammedaansche steden, hoewel de vele herbergen en winkels haar hier en daar een meer Europeesch voorkomen geven. De straten zijn er eng, krom en ongeplaveid; de huizen hoog, en de bovenverdiepingen naar de straatzijde uitgebouwd. De afzonderlijke wijken zijn door muren gescheiden, — de stadsmuur is in verval, en aan de uiteinden der stad verheffen zich 2 weinig beteekenende forten.Men drijft er een uitgebreiden karavaanhandel met de naburige rijken, zelfs met Timboektoe; ook vervaardigt men er mantels, gordels, zijden doeken en uitmuntend leder, alsmede roode wollen mutsen en andere hoofdbedeksels, fraaije tapijten, enz. Onderscheidene beken voorzien de stad van goed drinkwater en brengen vele molens in beweging. Uit de omstreken verkrijgen de inwoners honig en was; vleesch, gevogelte en brood zijn er zeer goedkoop. — Andere steden van dit sultanaat zijn Mekines, Tetoean, Tanger, Teza of Theza, Kassr-elkebir, Salé en Nieuw-Salé of Rebât.