ZOETEKAUW, m. en v. (-en), persoon die veel van zoetigheden houdt;
...KERS, v. (-en), zeker gewas;
...KLAVER, v. zeker gewas;
...KOEK. v. koek, zoet van smaak, inz. peperkoek; (fig.) moet ik alles voor zoetekoek opeten ?, moet ik mij dit alles laten welgevallen ?