Gepubliceerd op 24-02-2020

Kers

betekenis & definitie

Het begrip kers heeft 2 verschillende betekenissen:

1. kers - KERS v. (plantk.) groote wilde kers, violierachtige steenraket, ook kleine knopkiek en wilde dragon geheeten (erysimum cheirantoides);
— een plantengeslacht, tot de familie der kruisbloemigen behoorende, waarvan zes soorten in Nederland in ’t wild worden gevonden (lepidium), kruidkers;
— (ook) tuinkers (lepidium sativum), ook wel bitterkers, sterkers en boterhamkruid geheeten;
— Oostindische kers, eene sierplant uit Peru (tropaeolum majus).

2. kers - KERS v. (-en), de vrucht van verschillende boomen tot het geslacht pruim (prunus) van de familie der amandelachtigen behoorende: vroege, late kersen; voornaamste soorten zijn de zoete kers (prunus avium), de knapkers (p. dura cina) en de zure kers (p. cerasus), waartoe de meikers en de morel behooren
— (spr.) met groote heeren is het kwaad kersen eten (zij tasten naar de rijpste en gooien met de steenen), vertrouwelijke omgang met grooteren loopt meestal mis uit;
— zooveel geven om iets als een boer om eene kers, er totaal niets om geven
— m. (-en), kerseboom.