Wat is de betekenis van opeten?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opeten

(1990) (bridge) incasseren. • Na ruitenstart hoefde zuid eigenlijk niet eens verder te spelen, naar na een andere start ging zuid natuurlijk op zoek naar een overslag en na afloop bleek dat ook een aantal keren te zijn gelukt. 'Dat kan niet', was de eerste reactie, 'je kunt die Ruh toch niet opeten?' (Het vrije volk, 11/01/1990) • Hij na...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opeten

opeten - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-e-ten 1. via de mond verwerken ♢ hij heeft alles opgegeten Onregelmatig werkwoord: op-e-ten ik eet op (... ik opeet) jij/u eet op ...

2024-03-29
Jargon & Slang van Politici

Marc De Coster (2017)

Opeten

Opeten - zijn eigen huis opeten: bezitters van een eigen huis moeten een deel van het onroerend vermogen aan levensonderhoud besteden alvorens ze kunnen profiteren van een bijstandsuitkering. Ze moeten dus hun huis met hypotheek belasten. Sedert begin van de jaren tachtig wordt deze uitdrukking gebruikt.

2024-03-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

opeten

In de uitdrukking ‘niet kunnen opeten’ (van een verliezer): er als leider niet onderuit kunnen nog een slag af te staan in de genoemde kleur.

2024-03-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

opeten

Mullebrouck (1984) geeft voor Vlaanderen de verwensing laat u opeten door de duivel, hij zal slunsen/vodden schijten! Sluns is een gewestelijke variant van slons, dat o.a. in Zuid-Nederland ‘lor, vod’ betekent. De verwensing geeft aan dat men iemand zo veracht dat men hem als het ware dood wenst. Zij kan weergegeven worden...

2024-03-29
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Opeten

Eerst verplicht interen op het eigen vermogen als voorwaarde om een bijstandsuitkering te kunnen krijgen. Eigen-woningbezitters moeten hun huis met hypotheek bezwaren voordat zij een bijstandsuitkering krijgen. Een bedrag van f 30 200,– blijft daarbij buiten schot. Voor het resterende bedrag komt de bijstandstrekker in het krijt te staan bij...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opeten

v., opite, ophimmelje, opsnappe biplûzje; met smaak —, opfnaskje; gulzig —, opsnas(k)je; schoon —, bihimmelje; kunnen —, hutte, huffe, ginne, strûze kinne

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opeten

(at op, heeft opgegeten), 1. vaste spijs tot zich nemen, bep. zo lang eten tot er niet meer overschiet: ze heeft haar boterham met smaak opgegeten ; iets met huid en haar opeten, geheel en al; men zou dat kindje opeten zo lief is het; iem. willen opeten van liefde (ironisch), (ook) niet kunnen laten hem of haar te kussen...