Gepubliceerd op 22-11-2018

Plas

betekenis & definitie

Plas m. (-sen), ruimte, met water of ander nat bedekt: een plas water; in de plassen loopen; de plassen blijven op het land staan; een plas bloed;

— (gew.) het land ligt plas, staat even onder water;
— een door uitvening ontstane poel: de Hollandsche en Friesche plassen; de droogmaking onzer plassen;
— (fig., dicht.) de wijde plas, de groote plas, de zee. PLASJE, o. (-s).