Gepubliceerd op 19-09-2018

Kwart

betekenis & definitie

KWART, o. (-en), vierendeel, vierde gedeelte (van een geheel): een kwart mud, een kwart gulden;

— inz. het vierde gedeelte van een uur, kwartier het is kwart over elf;
— (rek.) een vierde een derde min een kwart;
— (zeew.) vierde gedeelte der soldij van een matroos (op een oorlogsschip);
— (zeew.) wacht, verdeeling van het etmaal; kwart slaan, ’s nachts als het laatste kwartieruurs van de wacht genaderd is, wordt er een slag aan de bel gedaan en het kwartier opgepord, dat de wacht moet aflossen;
—, v. (muz.) kwartnoot.