Gepubliceerd op 27-09-2018

Mud

betekenis & definitie

Mud v. o. (-den), eertijds ook MUDDE, v. (-n), inhoudsmaat = 1 HL.; (in Vlaanderen) zekere korenmaat 120 pond); (fig.) bij de mud, in hoeveelheid; (gew.) zekere landmaat: zooveel land als met een mud zaad bezaaid kan worden, 40 Aren; in Drente is 4 mud land = 1 HA. MUDJE, o. (-s).

< >