GERAKEN, (geraakte, is geraakt), zonder opzet ergens komen hij geraakte in het water; het vaartuig geraakte aan den grond; het boek is toevallig in mijne handen geraakt;
— er in slagen ergens te komen na veel moeite geraakten wij in de zaal; hij zal wel tot zijn doel geraken;
— ongemerkt in zekeren toestand komen hij geraakte in moeilijkheden; ik geraakte met hem in gesprek; buiten zich zelven geraken (van woede, van drift), woedend worden;
— op zwart zaad geraken, zie ZAAD;
— uit zijn lood geraken, het hoofd verliezen;
— om. hals, om het leven geraken, om het leven komen;
— in gebruik geraken, buiten gebruik gesteld, ongebruikelijk worden;
— aan den man geraken, (van een meisje) een man vinden, huwen, (van zaken) zijn man vinden, koopers vinden;
— aan den drank geraken, een dronkaard worden;
— er in slagen in zekeren toestand te komen hij wist tot eer en aanzien te geraken; eindelijk is hij achter het geheim geraakt; in een onderwerp van studie geraken, er gemeenzaam mede worden;
— (Zuidn.) ik zal wel klaar geraken, gereed komen.
