Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uiteen

betekenis & definitie

bw., zich van elkaar verwijderend, uit elkander. In N.-Nederl. alleen in schrijftaal; in de spreekt, gebruikt men uit elkaar. Uiteen vormt met werkw. scheidbare samenstellingen, die betekenen: door de werking komen of brengen in de toestand door uiteen uitgedrukt.

Voor de vervoeging dier ww. zie men bij de enkelvoudige.