bw., zich van elkaar verwijderend, uit elkander. In N.-Nederl. alleen in schrijftaal; in de spreekt, gebruikt men uit elkaar. Uiteen vormt met werkw. scheidbare samenstellingen, die betekenen: door de werking komen of brengen in de toestand door uiteen uitgedrukt.
Voor de vervoeging dier ww. zie men bij de enkelvoudige.