Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Werking

betekenis & definitie

v. (-en), het werken in versch. bet.: de geregelde werking van een machine, het functionneren; een toestel in werking brengen, zetten ; — het van-krachtzijn : de wettrcedt 1 Jan. in werking, zal van 1 Jan. af gelden, worden toegepast; — uitwerking, invloed : zonder werking blijven ; de werking der zuurstof in de lucht; — beweging : er komt werking in het ijs ; werking in het lichaam gevoelen ; — in ’t bijz. ongewenste beweging, wringing, verschuiving enz.: er zit werking in het hout, in die muur.