v.,
1. het bedrijf van met schepen te varen, het reizen en vervoeren te water en al wat daarmee samenhangt: de scheepvaart bloeit; scheepvaart op de rivieren, langs de kust; de scheepvaart verstaan;
2. de omstandigheid dat ergens schepen varen: er is daar veel, een drukke scheepvaart;
3. het geheel der ergens varende schepen.