(werkte samen, heeft samengewerkt), met elkaar, met; verenigde krachten werken, gemeenschappelijk aan eenzelfde taak arbeiden: om zulk een werk tot stand te brengen moeten velen samenwerken; aan de opvoeding der kinderen moeten school en huisgezin samenwerken; (oneig., van omstandigheden) zich gezamenlijk doen gelden, medewerken (tot of aan iets): alles werkte samen om hem gelukkig te maken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk