v. (-en),
1. het opvoeden: de zorg voor iemands opvoeding hebben;
2. het opgevoed worden of zijn: een opvoeding krijgen, genieten ; wijze waarop het opvoeden geschiedt: een strenge opvoeding ; — een man van opvoeding, die wel opgevoed is ; — lichamelijke opvoeding, het bijbrengen van gymnastische en sportieve vaardigheden.