m., meestal zelfst. vn., een ander, iemand anders, vooral in de gen. : andermans gebreken hekelen ; van een(s) andermans geld leven ; zich met eens andermans zaken bemoeien ; — (spr.) uit andermans leer is 't goed (gemakkelijk) riemen snijden, zie bij Riem ; — 't is altoos vet in andermans schotel, men is ontevreden over eigen bezit en schat dat van een ander hoog ; -— als mv. gebruikt men anderlieden of ...lui; (volkst.) anderlui’s ongeluk, 't ongeluk van anderen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk