Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aangorden

betekenis & definitie

(gordde aan, heeft aangegord), boven -de heupen, om het middel vastbinden (in het bijzonder van wapenen gezegd); — (fig.) het harnas, de wapenen aangorden (voor of tegen iemand of iets), de strijd aanbinden, partij trekken, voor of tegen iem. of iets; — .zich aangorden, zie ten strijde uitrusten, wapenen; (fig.) zich voor een onderneming gereedmaken, toerusten; — (bijb.) aangorden met, toerusten, uitrusten met, voorzien van.