zie ook een blauwe neus halen:
1. aan mijn - links, kun je rechts bellen,nooit van mijn leven, syn. van 7. Vermeld door o.a. Van Eijki978.
2. dat ga ik jou niet aan je - hangen,dat vertel ik je niet; dat gaatje niets aan. Informele uitdr. Terug te vinden in de meeste spreekwoordenboeken.
3. dat komt me de - uit,dat ben ik kotsbeu; daar heb ik genoeg van. Informeel. Vaak gehoord in de jaren tachtig.
4. even zijn - poederen,eufemisme onder druggebruikers voor ‘een lijntje gaan snuiven’. Bron: Nieuwe Revu,26/12/91.
5. ik zal je - tussen je oren zetten,schertsend dreigement, meestal tegenover kinderen.
6. loopje - maar achterna,schertsend gezegd tegen iemand die de weg vraagt.
7. me- (uit); ze kunnen me - uit,uitroepen van afwijzing: kom nou; nooit van mijn leven; geen denken aan.
Een verrassingswapen was het. Ja ja, m’n neus uit ... (Piet Bakker: De Slag, 1951)
De politiek? Me neus uit. Ze rotzooien maar aan. (Simon Carmiggelt: Mag ’t een ietsje meer zijn?, 1983, uit: Kraaltjes rijgen, 1958)
De woningzoekenden? M’n neus! Ik zocht zélf een woning. (Leo Derksen: ’n Aap op ’n fiets, 1987)
Niks meer niks minder hoewel het gros vaak pretendeert daarboven te staan - M’n neus ja! (Dirk Dufraing: Rock ’n’ Roll, 1989)
Het hindert De Rooy niet, evenmin als de veroordeling die de Vereniging van Fotojournalisten over hem uitspreekt: ‘Ze kunnen mijn neus uit.’ (HP/De Tijd, 08/03/91)
‘Hoeveel kost zo’n suite?’ ‘Ik weet het niet. Het is een cadeau. Maar ik denk zo’n vijfduizend dollar per nacht. Ze hebben zo’n zwembad hierboven.’ ‘Zou jij ’t ervoor betalen?’ ‘M’n neus!’ (Nieuwe Revu, 05/04/95)
8. met de-in de wind gelopen hebben,een geslachtsziekte opgelopen hebben. Bargoense uitdr., o.a. terug te vinden bij Koster Henke.
9. met je - in een gat,als schertsend antwoord op de vraag ‘wat?’ Dooddoener.
Wa-at? Mit-je-neus-in-een-ga-at... (Israël Querido: Levensgang, 1901)
10. uitzijn - vreten,niets uitvoeren; luieren. Slanguitdr.
Ik had een orkest besteld, die dag. Die belden af, dus ik zat in de studio uit mijn neus te vreten. Oor, 07/09/85
Jij zit godverdomme de hele dag uitje neus te vreten en je komt vanzelf boven drijven. (Ben Laurens: De vreetpatrouille, 1987)
Voor de buitenwacht had ik acht jaar uit mijn neus gevreten. (Nieuwe Revu, 03/01/91)
11. wat heb ik nou aan mijn - hangen,wat gebeurt er nu? Variant van wat heb ik nou aan mijn fiets hangenen wat heb ik nou aan mijn kar hangen.Informele uitdr.
Zulje het niet aan mijn moeder vertellen? Wat heb ik nou aan mijn neus hangen? Je moeder is ook wel eens met mij naar bed geweest. (Harry Mulisch: De verteller, 1970)
12. zijn - aan het venster steken,wielerslang voor ‘op kop gaan rijden; proberen te ontsnappen
uit het peloton’. Eigenlijk ‘zijn gezicht (zijn neus) laten zien. Ontleend aan Frans wielerar- got mettre le nez a lafenêtre.
LeMond heeft daar voortdurend stelling tegen genomen, maar heeft weinig van de algemeen geldende kritiek weg kunnen nemen dat hij, als man- in-de-regenboogtrui, maar heel weinig zijn neus tegen het venster drukte. (Nieuwe Revu, 01/11/90) Waarom zou ook in de Tour niet een nieuwe grootheid zijn neus aan het venster kunnen steken? (De Volkskrant, 06/07/91)
Maassen, toch een specialist in ontsnappingen, stak alleen in het begin van de etappe even zijn neus aan het venster. (De Volkskrant, 17/07/93)
