Gepubliceerd op 21-06-2017

Neut

betekenis & definitie

in de -, dronken. Stoett citeert hier M.J. Brusse: Boefje (1903). Neut is ook Bargoens voor ‘borrel’ (meestal in de verkleinvorm): ‘een half neutje meetettere...’ (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar, 1935). Van Ginneken merkt op dat de term al bij de infanterie gebruikelijk was omstreeks 1913 - 1914. Ook Koster Henke vermeldt het woord. Oudere vindplaatsen werden niet getraceerd. Wellicht moet ge-dacht worden aan noot. Gewestelijk komt neut evenwel voor in de bet. ‘klein, nietig’.