Gepubliceerd op 01-12-2020

kleurstoffen

betekenis & definitie

chemische verbindingen die kleur kunnen geven aan materialen. Kleurstoffen worden op zeer grote schaal toegepast, o.a. in de textiel- en papierindustrie (o.a. inkten) en bij plastics, verf, voedingsmiddelen, cosmetica en fotografische produkten (kleurenfilms).

De meeste kleurstoffen zijn van synthetische oorsprong, in cosmetica en voedingsmiddelen worden nog enkele natuurlijke kleurstoffen verwerkt.Als groep bezitten de kleurstoffen een zeer lage toxiciteit en van schadelijkheid voor het milieu is nog weinig gebleken.

Dit komt ook doordat er maar kleine hoeveelheden nodig zijn om de gewenste kleuren te produceren. Toch is juist voor toepassing in voedingsmiddelen en cosmetica extra voorzichtigheid geboden. In de meeste landen bestaan hiervoor voorschriften en is slechts een beperkt aantal kleurstoffen toegelaten.

De organische kleurstoffen zijn meestal goed biologisch afbreekbaar. Hoewel het denkbaar is dat bij deze afbraak toxische stoffen vrijkomen, zijn er tot dusver geen schadelijke effecten geconstateerd.

Bij de fabricage van synthetische kleurstoffen worden vaak duidelijk toxische verbindingen gebruikt: nitroverbindingen, fenolen, amines, polycyclische aromaten enz. De gevolgen van contact met deze stoffen lopen uiteen van irritaties, dermatitis, hepatitis, via methemoglobinemie (bij nitroverbindingen) tot het ontstaan van kanker. Van benzidine, naftylamine en andere aromatische amines is bekend dat blootstelling gedurende een relatief korte periode kan leiden tot het ontstaan van blaaskanker, waarbij de latente periode ca. 20 jaar is. Benzidine en naftylamine worden gebruikt bij de bereiding van diverse azokleurstoffen. De carcinogeniteit van de grondstoffen auramine en fuchsine is ook vastgesteld. Bij de kleurstoffenfabricage is het dan ook zaak direct contact met en het vrijkomen van de grondstoffen zorgvuldig te vermijden.

Kleurstoffen in levensmiddelen De aantrekkelijkheid van voedsel wordt, behalve door de geur en de smaak, in belangrijke mate door de kleur bepaald. Van oudsher heeft de mens daarom getracht de natuur een handje te helpen door kleurstoffen aan voedingsmiddelen toe te voegen. Zo kleurde hij boter met plantaardige kleurstoffen, zoals saffraan en curcumine. Ook bij de huidige massaproduktie van levensmiddelen past men het (bij)kleuren van bepaalde produkten vaak toe.

Van sommige grondstoffen wordt de oorspronkelijke kleur bij de industriële bewerking aangetast of gaat zij geheel verloren. Een bekend voorbeeld is aardbeienjam: de natuurlijke kleurstof van de aardbei is weinig stabiel en wordt tijdens het kookproces vaak grotendeels vernietigd. Vandaar dat men aan dit produkt meestal een rode synthetische kleurstof toevoegt. Doel van de toevoeging is hier dus het herstel van de oorspronkelijke kleur. Het doel kan ook zijn het verlenen van kleur aan kleurloze produkten, zoals zoetwaren (snoepjes) en limonadesiroop. Zonder toevoeging van kleurstoffen zijn hier nauwelijks mogelijkheden voor afwisseling en variatie. Hierbij speelt ook een goede produktherkenbaarheid een rol: wat te denken van een heldere, ongekleurde limonade met sinaasappelsmaak of frambozensmaak! Van belang is ook om produkten waarbij kleurverschillen kunnen optreden, maar die verder constant van samenstelling zijn, door bijkleuren een uniform uiterlijk te geven.

Er zijn ook negatieve aspecten. Met behulp van kleurstoffen kan men trachten minderwaardige kwaliteit te verhullen. Voorts gaat het bij de synthetische kleurstoffen om stoffen die geheel lichaamsvreemd zijn. Gelukkige bijkomstigheid is, dat er slechts zeer weinig nodig is om een goede kleur te verkrijgen (gebruikelijke gehaltes 0,001-0,03 %). Van natuurlijke kleurstoffen moeten in de regel veel grotere hoeveelheden worden gebruikt. Overigens is het toevoegen van kleurstoffen aan strenge wettelijke regels gebonden en slechts voor een relatief klein aantal voedings- en genotmiddelen toegestaan.

De kleurstoffen die in België zijn toegelaten staan vermeld in het KB van 27.7.1978.

Het Kleurstoffenbesluit van de Warenwet geeft een overzicht van de levensmiddelenkleurstoffen en stelt regels ten aanzien van de zuiverheid. Van al deze stoffen is proefondervindelijk vastgesteld, dat ze in de normaal toegevoegde hoeveelheden niet toxisch zijn. Het streven van de Ned. overheid is er thans op gericht de toelatingsnormen op basis van de resultaten van toxicologisch onderzoek verder te verfijnen. Hoe langer hoe meer geven produktregelingen aan of kleurstoffen mogen worden toegevoegd en zo ja welke, met vermelding van de toegelaten hoeveelheid. Men streeft ernaar de kleurstofconsumptie terug te dringen. Overleg binnen de EG heeft ertoe geleid dat een aantal kleurstoffen waarover naar moderne opvattingen te weinig bekend was en waaraan weinig behoefte bestond, zelfs geheel van de lijst van levensmiddelenkleurstoffen is geschrapt.