Gepubliceerd op 01-12-2020

verf

betekenis & definitie

De hoofdbestanddelen van verf zijn pigmenten, bindmiddelen en oplosmiddelen. In kleine hoeveelheden zijn toegevoegd siccatieven en detergentia.

De pigmenten zorgen voor het dekkend vermogen van de verf. Meestal zijn het anorganische zouten of oxiden. Toegevoegde kleurpigmenten zijn vaak van synthetisch organische oorsprong. Sommige pigmenten bevatten lood, chroom, antimoon of cadmium en zijn toxisch. De bindmiddelen zijn in het algemeen polymeren die zijn opgebouwd uit natuurlijke en synthetische bestanddelen. De biodegradatie ervan verloopt langzaam, en de toxiciteit is zeer gering.

Als oplos- of verdunmiddel worden in verf diverse vloeistoffen toegepast: esters, ketonen, alcoholen en koolwaterstoffen. Bij de applicatie (het opbrengen) van verf leveren de oplosmiddelen gevaren op in verband met hun brandbaarheid en hun vluchtigheid. De oplosmiddelen verdampen meestal langzaam. Zij zijn, afhankelijk van het type, meer of minder toxisch bij inademen. Siccatieven, die aan drogende verfsoorten worden toegevoegd, bestaan meestal uit kobalt, lood- of mangaanzouten. De gebruikte hoeveelheden zijn zo klein, dat zij geen gevaar voor het milieu opleveren.Bij de fabricage en applicatie van verf dienen in verband met de genoemde risico’s voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zoals goede ventilatie, beschermende kleding (maskers) en brandpreventie. Moderne ontwikkelingen gaan in de richting van oplosmiddelarme verven (latexverven) en de vervanging van pigmenten die zware metalen bevatten. (Afb. p.464)