Gepubliceerd op 01-12-2020

papierindustrie

betekenis & definitie

tak van industrie waartoe naast de eigenlijke papierfabrieken ook de papierwaren- en (golf)kartonfabrieken behoren.

De belangrijkste grondstoffen voor de papierfabricage zijn hout en oud papier; lompen zijn als grondstof nauwelijks meer van belang. De vezels van de grondstof worden van elkaar losgemaakt en met water tot een dikke brij vermengd. Deze pulp wordt vermengd met vul-, kleur- en lijmstoffen en vervolgens in een dunne laag uitgestreken en gedroogd tot papier. In dit proces worden grote hoeveelheden water gebruikt. Er komt dan ook veel, en in sommige fasen sterk verontreinigd afvalwater vrij.

Houtproduktie Het hout voor de papierproduktie is grotendeels afkomstig uit bossen die speciaal daartoe zijn aangeplant. Deze produktiebossen zijn ecologisch en landschappelijk uiterst arm (het zijn vrijwel altijd monocultures) en geen vervanging voor natuurlijke bossen. Er dreigt een tekort aan hout te ontstaan door de grote vraag naar papier. Hierdoor dreigt een verdere afbraak van het natuurlijke bos.

In België werd in 1979 ca. 1,8 mln. m3 hout verwerkt in de papierindustrie, waarvan ca. 0,5 mln. m3 afkomstig was uit België. In 1982 werd in totaal 787600 t papier verwerkt.

Pulpbereiding Bij de mechanische pulpbereiding wordt na verwijdering van de schors en de zijtakken het hout van de stam met behulp van een slijpmachine uiteengeslagen tot losse vezels. Deze houtvezels worden met water tot een dikke brij gemengd, die ook andere stoffen (o.a. lignine) bevat. Met de op deze wijze bereide pulp kunnen alleen mindere kwaliteiten papier bereid worden (houthoudend papier, b.v. krantepapier). Voor de betere kwaliteiten papier mag de pulp geen reststoffen bevatten. Dit kan d.m.v. de chemische pulpbereiding. De houtspaanders worden in afgesloten ketels vermengd met sulfaat of sulfiet (resp. het Kraft-procédé en het sulfietprocédé).

Deze massa wordt 10—20 uur verhit met stoom van ca. 130 °C, waardoor de reststoffen oplossen en afgetapt kunnen worden. Soms wordt de pulp tevens gebleekt. Op deze wijze ontstaat dus naast de pulp een stroom afvalwater dat verontreinigd is met reststoffen, zoals sulfieten, opgeloste organische verbindingen (lignine, hars en suikers) en eventueel bleekstoffen. Verder bevat dit water fijn verdeelde zwevende resten van houtvezels, zand en klei. Na lozing slaan deze deeltjes neer op de bodem en tasten daar het bodemleven aan, terwijl zij gaan rotten en daardoor aanleiding geven tot stankoverlast. De opgeloste verbindingen zijn voor een deel goed afbreekbaar en betekenen door hun hoog chemisch zuurstofverbruik een zware belasting voor het oppervlaktewater.

Een ander deel van de opgeloste stoffen, m.n. de lignineverbindingen, zijn moeilijk afbreekbaar. Bovendien voegt men aan de pulp vaak giftige stoffen toe ter bestrijding van bacteriën; die stoffen belanden ook in het afvalwater.

Papierfabricage De pulpbereiding vindt niet meer in Nederland plaats. De pulp wordt geïmporteerd (in de BRD bevinden zich langs de Rijn enige grote pulpfabrieken). In België is de pulpproduktie in 1982 gestegen tot 363800 t. De bij de verdere bewerking tot papier vrijkomende afvalwaterstroom bevat (kostbaar) vezelmateriaal, vulstof, zetmeel, kleur- en lijmstoffen. Het produktieverlies bedraagt hierdoor ca. 1 %. De hoeveelheid afvalwater die geloosd wordt, kan beperkt worden door het afvalwater te zuiveren en/of het water meermalen in het produktieproces te gebruiken.

In de periode 1970—80 is de Ned. papierindustrie door het toepassen van zulke maatregelen erin geslaagd de waterverontreiniging met ca. 80 % te verminderen. Bij de zuivering van het afvalwater produceert de papierindustrie ca. 75000 t afvalslib per jaar. Dit slib wordt gestort of wordt gebruikt in de steenindustrie.

Kringlooppapier Een andere manier om de verontreiniging van de papierindustrie terug te dringen, wordt bewerkstelligd door over te gaan op kringlooppapier. Daarbij wordt de pulpbereiding met al haar verontreinigingen overgeslagen. Bij de verwerking van oud papier tot nieuw wordt het oud papier opgelost in water, waardoor de vezels weer los van elkaar komen en er een met pulp gelijkwaardige grondstof ontstaat, die weer net zo tot papier verwerkt kan worden. Vaak heeft dit kringlooppapier een grauwe kleur als gevolg van inktresten op het oud papier. Het is technisch mogelijk het oud papier te ontinkten (en dat wordt ook wel gedaan), waardoor het nieuwe papier weer wit wordt. Dit ontinkten kost echter veel energie en geeft extra afval, waardoor dit witte kringlooppapier minder milieuvriendelijk is dan het grauwe, zij het nog altijd veel meer dan nieuw papier uit houtpulp.

Bij het weken van het oud papier komen inktresten, bleekmiddelen, lijmstoffen en sulfaten in het water terecht en dus ook in het afvalwater. Dit afvalwater kan beter apart verwerkt worden d.m.v. anaërobe afvalwaterzuivering, zodat de afvalstroom sterk vermindert.

Overige papierindustrieën De kartonindustrie is zover overgeschakeld op schone technologie, dat er vrijwel geen afvalwater meer geloosd wordt. Meer verontreinigingen komen van de papierwarenindustrie. Bij de produktie van behangselpapier, verpakkingsmaterialen, draagtassen en papieren zakken worden nogal wat oplosmiddelen gebruikt, o.a. ethanol, tolueen en trichloorethyleen, die na verdamping luchtverontreiniging kunnen veroorzaken.