Gepubliceerd op 29-06-2020

regent

betekenis & definitie

In het Nederlandse staatsrecht is een regent een functionaris die het koninklijk gezag onder bepaalde omstandigheden uitoefent. Het gaat daarbij niet noodzakelijkerwijs maar in de praktijk wel altijd om een lid van het Koninklijk Huis.

Een regent treedt volgens de Grondwet op:a.zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt;
b.indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen wordt;
c.indien de Koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen;
d.indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd;
e.zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een troonopvolger ontbreekt.

Nadere regels zijn vervat in de Regentschapswet. Een regent wordt benoemd bij wet. De Staten-Generaal besluiten hierover in verenigde vergadering, bij voorkeur nog tijdens het leven van een Koning die door een minderjarige kan worden opgevolgd. In 1850 werd prins Hendrik, broer van koning Willem III, bij wet aangewezen als mogelijk regent. In 1884, na het overlijden van de toenmalige Prins van Oranje, werd koningin Emma, tweede echtgenote van koning Willem III aangesteld tot mogelijk regent voor de minderjarige Wilhelmina. Nadat koning Willem III op 29 oktober 1890 voor de tweede maal buiten staat was verklaard, werd een wet aangenomen waarbij Emma tot regentes voor haar echtgenoot werd benoemd.

Op 20 november 1890 legde zij de eed af. Drie dagen later overleed Willem III en volgde Wilhelmina hem op. Emma werd vervolgens regentes voor koningin Wilhelmina, tot de achttiende verjaardag van haar dochter. In 1909 werd koningin Emma bij wet aangewezen als eventueel regent voor de minderjarige Juliana. Mocht Emma voortijdig komen te overlijden, dan zou prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, als regent optreden. Bij wet van 29 maart 1950 werd prins Bernhard aangewezen als regent van het Koninkrijk. In 1981, ten slotte, werd prins Claus bij wet aangeduid als regent, met prinses Margriet als ‘reserve’.

In de onder c. en d. genoemde gevallen treedt niet noodzakelijk een bij wet benoemde regent op. In die situaties is de nakomeling van de Koning die zijn vermoedelijke opvolger is, van rechtswege regent indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. In de huidige situatie is dat de Prins van Oranje, prins Willem-Alexander. In 1947 en in 1948 trad prinses Juliana twee keer van rechtswege op als regentes toen koningin Wilhelmina de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk had neergelegd.

Het is mogelijk dat er noch een Koning noch een regent beschikbaar is om het koninklijk gezag uit te oefenen. Zolang daarin niet is voorzien oefent de Raad van State het koninklijk gezag uit. Het is duidelijk dat die periode zo kort mogelijk dient te zijn, juist lang genoeg om wettelijk te voorzien in een regentschap. Een dergelijke uitzonderlijke situatie heeft zich tweemaal kortstondig voorgedaan, te weten in 1889 en in 1890. In beide gevallen geschiedde de waarneming door de Raad van State in verband met de buitenstaatverklaring van koning Willem III. In 1890 nam de waarneming door de Raad een einde, zodra koningin Emma het regentschap officieel had aanvaard.

Zie ook > buitenstaatverklaring Grondwet > monarchie Raad van State > Staten-Generaal.