Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

RUST

betekenis & definitie

het ophouden met lichamelijke of geestelijke activiteiten. De levensritmen worden gekenmerkt door een noodzakelijke afwisseling van momenten van activiteit en van rust (slaap volgt op waken, uitzetting van het hart op samentrekking van het hart enz.).

Wamieer de mens zonder ophouden werkt, raakt hij overwerkt: daardoor ontstaan bepaalde psychosomatische of zenuwstoornissen. Maar dit gedrag kan gemotiveerd zijn door onbewuste neurotische drijfveren, zoals schuldgevoel of een neiging zichzelf te vernietigen. Men gebruikt een lange rusttijd om het overwerkte organisme in staat te stellen zich van schadelijke invloeden te bevrijden en weer nieuwe energie te verzamelen.RIJPINGSPROCES, reeks veranderingen die leiden tot de volgroeide staat. Zwaluwen die in kleine kooitjes, waarin iedere vleugelbeweging onmogelijk is, zijn grootgebracht, voeren, wanneer ze organisch volgroeid zijn, zonder aarzeling hun eerste vlucht uit (Spalding, 1878). Het organisch volgroeid zijn betreft: zenuwen, spieren, botten, inwendige afscheiding. Terwijl volgroeidheid een statisch begrip is: het eindpunt van een → ontwikkeling, is rijping een dynamisch proces: de ontwikkelingsgang. Deze term, die in zijn oorspronkelijke betekenis door biologen en genetici gebruikt werd om de tijd voorafgaande aan de bevruchting aan te duiden, is door het werk van → Gesell over de psychologie van het kind, populair geworden en heeft een ruimere betekenis gekregen, nl.: heel de ontwikkeling van een organisme tot de volgroeide staat. Het rijpingsproces bestaat uit structurele veranderingen welke grotendeels veroorzaakt worden door de fysiologische en anatomische ontwikkeling van het zenuwstelsel, veranderingen die met name bij de foetus en de zuigeling merkbaar zijn.

Maar het rijpingsproces beperkt zich niet tot de eerste levensstadia: het gaat door totdat het groeipotentieel is uitgeput en het onderhoudt nauwe betrekkingen met de uitwendige omgeving. Volgens → Piaget levert het cerebrale rijpingsproces een bepaald aantal ‘potenties’, welke vroeg of laat (of nooit), afhankelijk van ervaringen en sociale omgeving, gerealiseerd worden. → Behaviorisme, Gevoelige periode, Gewoonte, Groei, Ik, Karakter, Leren, Linkshandigheid, Lopen, Persoonlijkheid, Taal.