rust
rust - zelfstandig naamwoord 1. toestand waarin je niets doet ♢ ik moet wat rust hebben 1. hem met rust laten [niet lastigvallen] 2. tot rust komen ...
Muiswerk Educatief (2017)
rust - zelfstandig naamwoord 1. toestand waarin je niets doet ♢ ik moet wat rust hebben 1. hem met rust laten [niet lastigvallen] 2. tot rust komen ...
Peter Bakema (2003)
(de) - op rust, met pensioen. Ook de missionarissen uit onze provincie die op rust zijn, kwamen zich later op de dag bij het gezelschap voegen. - HV, 26-08-2002. - op rust gaan, met pensioen gaan. - op ruststellen, op pensioen stellen, pensioneren.
Marco Bunge (1985)
Volledige immobiliteit. Als een fractieleider of de premier een van zijn/haar fractieleden of bewindslieden vraagt over een onderwerp de publicitaire rust te bewaren, is er feitelijk sprake van een spreekverbod voor dat lid of die bewindspersoon.
Walter De Clerck (1981)
Pensioen, in versch. verb.: op rust, met rust gaan, met pensioen gaan; - op rust stellen, op pensioen stellen, pensioneren; - op rust als nabepaling bij een persoonsnaam: rustend, in ruste; bij militairen ook: buiten dienst. - Zie ook oprustgesteld en opruststelling. Dokter Nagels gaat op rust en ik neem zijn taak...
Pieter Scheen (1980)
Johan Adolph; geb. Amsterdam 13 april 1828, overl. Amsterdam 27 juli 1915. Woonde en werkte aldaar. Leerling van zijn oom C. Springer. Schilderde stads-, zee- en riviergezichten. In 1856 lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan John Hulk jr, F. A. Lissone en M. Monnickendam. Jarenlang tekenleraar, o.a. aan de Industriescho...
N. Sillamy (1965)
het ophouden met lichamelijke of geestelijke activiteiten. De levensritmen worden gekenmerkt door een noodzakelijke afwisseling van momenten van activiteit en van rust (slaap volgt op waken, uitzetting van het hart op samentrekking van het hart enz.). Wamieer de mens zonder ophouden werkt, raakt hij overwerkt: daardoor ontstaan bepaalde psychosomat...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., rêst, frede, fredigens; (bij kinderspel), bikoar (it), biskie(d) (it), bitingst (it); toestand van —, stal; de koeien — geven (niet meer melken, enige weken vóór het kalven), de kij stal jaen; — noch duur hebben, it nearne fine kinne gjin lins hawwe; tot...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. roest; II. (ver)roesten; fig achteruitgaan (door nietsdoen); III. doen (ver)roesten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: