Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

BEHAVIORISME

betekenis & definitie

afgeleid van het Engelse ‘behaviour’: gedrag→objectieve psychologie. Lange tijd beschouwde men de psychologie als de wetenschap van het→bewustzijn.

Bij gevolg kon de→introspectie slechts de enig bruikbare methode zijn: alleen de betreffende persoon kan, omdat hij ze meemaakt, zijn psychische toestanden waarnemen, bestuderen en onder woorden brengen. Het is een psychologie in ik-vorm. In tegenstelling met deze these ontwikkelde zich, in het begin van de 20e eeuw, een nieuwe leer. Ze maakte opgang in de Verenigde Staten en→Watson (1913) was er de energieke voorganger van. Voor deze onderzoeker kan de psychologie slechts de wetenschap van het→ gedrag zijn. In plaats van zich te baseren op het bewustzijn en de introspectie, moet de psychologie er zich toe beperken het organisme in alle mogelijke situaties te observeren.

De enige elementen die een strikt wetenschappelijk onderzoek verdienen, zijn de gegevens omtrent het verbale en→motorische gedrag dat zich steeds kan aanpassen. Wanneer een organisme aan een actie blootgesteld wordt, heeft het de neiging de gevolgen ervan ongedaan te maken, hetzij door invloed uit te oefenen op datgene wat de actie teweegbrengt, hetzij door zelf te veranderen. Door de verschillende reactiepatronen die zich bij prikkels voordoen met elkaar te vergelijken, lijkt het dus mogelijk om wetten op te stellen, waarmee men kan aangeven hoe iemand op een bekende prikkel zal reageren of om, op grond van het waarnemen van een bepaalde reactie, de aard van de prikkel af te leiden. De belangrijkste sleutel voor dit systeem vormt de geconditioneerde→reflex, aangezien de→instincten zelf te herleiden zijn tot een reeks ketting-reflexen. Alles leert men, zelfs om uitdrukking te geven aan zijn -5- emoties. Opvoeding kan het gedrag veranderen.De behavioristen hebben studies verricht over het dier en de mens, bij wie ze de foetus en het jonge kind bestudeerden. Op grond van de waarnemingen die hij deed bij zuigelingen, meende Watson te kunnen bevestigen dat er bij de aanvang van het leven drie fundamentele emoties bestaan: angst, woede en liefde. Onder invloed van de→conditionering vindt men deze bij de volwassene in zeer uiteenlopende vormen terug.

In werkelijkheid is deze bewering onjuist, zoals latere onderzoekingen hebben aangetoond. Aan het begin van zijn leven reageert de mens op ongedifferentieerde wijze op prikkels; later bestaan zijn reacties in uitingen van genoegen of misnoegen, en tenslotte is er, onder invloed van het rijpingsproces van het organisme, sprake van woede, walging, schrik en jaloezie... Watsons waarnemingen waren onjuist, omdat zijn subjectieve instelling hem parten speelde. Aangezien hij de gevoelsprikkels die hij zuigelingen gaf, kende, verwachtte hij onbewust een bepaald reactiegedrag, waardoor hij gevallen van identiek gedrag verschillend interpreteerde. Thans heeft men het standpunt, dat het psychologisch relevante feit herleidbaar is tot de combinatie ‘prikkel - reactie (- een standpunt dat de behavioristen aanvankelijk voorstonden -) verlaten. Andere doctrines, van neo-behavioristen, waaraan men in de Verenigde Staten en Engeland veel gewicht hechtte, kwamen ervoor in de plaats, doctrines waarin de grondgedachten van Watsons theorie behouden bleven: de betekenis en de objectiviteit van het milieu.→Concrete psychologie, Denken, Lewin, Molaire psychologie.