endogene kracht (van binnen uit) die een organisme richt op een bepaald doel of voorwerp. Planten die zich richten naar de zon (→ fototropisme), een wijfje dat haar jongen zoekt (→ moederinstinct), het gedrag van de vrek die zijn schat bewaart, of dat van het kind dat speelt, gehoorzamen aan verschillende factoren die aangeboren zijn of aangeleerd.
Iedere neiging hangt samen met een organische behoefte (slaap, voedsel) of psychologische behoeften (zelfbevestiging, kuddegeest). Sommige auteurs onderscheiden naast organische neigingen interindividuele neigingen (vereniging, altruïsme), sociale (familie, patriottische), ideële (morele, godsdienstige), persoonlijke (→ egoïsme); andere auteurs inferieure neigingen (→ reflexen), middelmatige (verbale -* expressie), superieure (artistieke creatie); maar geen enkele indeling is volkomen bevredigend. Psychologen maken uit praktisch oogpunt gebruik van het systeem van → Murray dat 20 fundamentele punten bevat (neiging te behagen, te domineren, onafhankelijk te zijn enz.); bij dit systeem hoort een → projectietest die bekend is onder de naam TAT (→ Thematic Apperception Test). → Motivatie.
