Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie S
- scabreus
- scalp
- scalpel
- scalperen
- scampi
- scamtelevisie
- Scandinaaf
- Scandinaviër
- Scandinavische
- scankassa
- scenarioschrijver
- scenarist
- scene
- scenografie
- schaafwond
- schaakbond
- schaakclub
- schaakfederatie
- schaakgrootmeester
- schaakliefhebber
- schaakmeester
- schaakschool
- schaakvereniging
- schaaldier
- schaamgroen
- schaamlap
- schaamlapje
- schaamluis
- schaap
- schaapherder
- schaapje
- schaapjes tellen
- schaapkameel
- schaapskleren
- schaapsleren
- Schaarbeekse
- schaarbek
- Schaarbekenaar
- Schaarbeker
- schaats
- schaatsbeschermer
- schaatsbond
- schaatsen
- schaatsenrijder
- schaatser
- schaatsliefhebber
- schaatsschool
- schaatsseizoen
- schaatswedstrijd
- schacht
- schadevergoeding
- schaduwelite
- schaftuur
- Schagenaar
- Schagenees
- Schager
- schakelklas
- schalk
- schalmei
- schapendoes
- schapenhouder
- schapenkaas
- schapenleren
- schar
- scharniermagistraat
- scharrebier
- scharrelaar
- scharrelboom
- scharrelkind
- scharrelkip
- scharrelvarken
- schat op zolder
- schatbewaarder
- schatzoeker
- schavot
- schavuit
- scheefhuren
- scheefhuur
- scheefhuurder
- scheefwerken
- scheefwerker
- scheefwonen
- scheefwoner
- scheefwoonboete
- scheenbeenblessure
- scheenbeschermer
- scheepsbouwer
- scheepshypotheek
- scheepsmotor
- scheepsramp
- scheerapparaat
- scheetje beef
- scheiding van kerk en staat
- scheidsrechter
- scheikundedocent
- scheikundeleraar
- scheldcultuur
- scheldwoord
- schelen als dag en nacht
- schellen