Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vernebbelen (vernibbelen)

betekenis & definitie

(Iem.) lichamelijk pijn doen, kwellen; veelal weer te geven met: fijn knijpen (in een vlaag van woede e.d.); vand.: vermoorden (als krachtterm), (iem.) een ongeluk slaan; - ook wederk.: zich verbijten (van verveling, spijt, verlegenheid enz.); zich kwellen.

- Zie ook de dialectwdb., o.a. BO, J. en L.-C.

Ik zou hem kunnen vernebbelen, hem levend kunnen villen en hem daarna met zout bestrooien. Plots zakte mijn woede, VERMEYEN 1947, 41.

Toen hij Turke in het oog kreeg, die weer de hand op zijn zwemtoestel had gelegd, schreeuwde hij woedend dat hij hem zou vernebbelen zo hij met dat smerig ding nog durfde komen zwemmen, CLAES 1955, 163.

< >