1. Van kleren: gescheurd, gerafeld; verfomfaaid; vand. ook: haveloos, slordig.
Zijn armelijke kleeren hingen hem slodderig om zijn uitgeteerde lichaam, vuil en verhakkeld, CLAES 1923, 156.
Nu z’n vriend dan maar achterna, om z’n verscheurde en verhakkelde plunje weer te verwisselen, LANGENS 1947, 148.
Vader is mij komen halen, want thuis zitten twee rare soldaten. Zij zijn vies en steken in verhakkelde kleren, half uniform, half werkmanspak, ELSSCHOT 1960, 625.
Hij leek meer een vogelschrik dan een koning: ze hadden hem, ten teken van macht, een verhakkelden purpermantel omgehangen, waar zijn voeten in struikelden, VERMEYLEN 1962, 29.
2. Van lichaamsdelen, de huid e.d.: open gehaald, geschramd; verwond.
De Mug echter moet met die verhakkelde neus lopen, blauw-zwart als een schalie. Daar zit nog een stuksken glas in, OP DE BEECK 1947, 84.
3. Van papier e.d.: verkreukeld, verfrommeld; - vand. ook van auto’s e.d.: vol deuken; gedeukt, gehavend; soms bep.: vernield, verwoest.
’t Was daar eigenlijk de rommelkamer van de school. Tegen de muur een verhakkelde landkaart vol inktvlekken, een oud ingelijst portret van Leopold I, op de vloer hele hopen verfomfaaide schoolboeken, CLAES 1955, 185.
Op het erf zag ik een vreemde wagen onder de mangoboom staan, een nogal verhakkelde Oldsmobile cabriolet ’57 met een nummerplaat van Frans Equatoriaal Afrika, GEERAERTS 1977, 104.
De totaal verhakkelde wagen van de Turkse arbeider K… . De wagen ging op de Oudenaardsesteenweg
aan het slippen en reed tegen een paal te pletter, Centenaar 14/4/1977.
De kleine personenwagen van C. T. werd geheel verhakkeld naast de baan geslingerd, Gazet v. Antw. 21/4/1977.
De brandweer van Oudenaarde moest helpen om de zwaargewonde D. uit zijn verhakkeld voertuig te bevrijden, Gentenaar 9/5/1977.
4. Van pers.: in lompen gehuld, haveloos; ook: lichamelijk gebrekkig, toegetakeld, gehavend; - in de sportt. ook van een team: gehavend, verzwakt (door het ontbreken van bep. spelers).
Nog geen volle maand daarna waren ze al terug, verhongerd haast, verhakkeld en verarmd, en vooral verdwaasd om hun ontdekking dat in de nieuw ontstane wereld geen plaats meer was voor vogelvrijen, BOON 1961, 209.
Struise zwarte kerels in schaapsvachten, vrouwen en kinderen in bonte en grauw-verschoten lorren en vodden, heel een stam van verhakkelde baanketsers die er uitzagen als koningen, zij lagen daar hun maal te gebruiken rondom de vuren, VERMEYLEN 1962, 72.
Zijn solo over meer dan drie volle ronden, waarin hij de resten van een verhakkeld groepje van overlevenden reduceerde tot figuranten, was het beste wat Yvoir ooit aan wielersport heeft te zien gekregen, Gazet v. Antw. 27/6/1977.
Met dat al en het inkomen van Tolsa voor Mallants was Beerschot een verhakkeld team, dat de wet diende te ondergaan van een moedig en zeker niet stuntelig spelend Aalst, Gazet v. Antw. 8/8/1977.