1. Van pers., dieren en zaken: verborgen, aan het oog onttrokken; verscholen, verstopt; zich schuilhoudend; soms bep.: weggedoken.
Heel buiten tijd kraaide de haan daar hij verdoken zat op zijn polder, STREUVELS, Dagen 145 (1902).
Dan vond hij, verdoken onder allerhande paperassen, een boekje over Archimedes, nauwelijks leesbaar geschreven, waarschijnlijk een zeer oud handschrift, VANDEN MAELDERE 1946, 117.
Plots ... staat hij vóór een lemen hol. Eigenlijk is het een huis. Het zit geheel in de grond verdoken. Het houten dak met zijn knoestige balken steekt nauwelijks boven de aarde uit, TEIRLINCK 1952, 1, 30.
Verdoken voor de ogen van wandelaars ligt achter de uitstalramen van die garage nog steeds een prachtige rotonde, als het ware wachtend op herstelling, Gentenaar 3/8/1977.
2. Verborgen, in de zin van: geheim, verhalen, verzwegen; bedekt, gemaskeerd; - ook als bijw.: in het geheim, niet openlijk, stiekem; vaak in de verb. iets verdoken doen, houden.
Zij antwoordde hem naar vermogen, angstig naar hem opkijkend, vreezend voor moeilijk verdoken verveling, VAN HEMELDONCK 1945, 104.
Zij kent nu de dorpsgeheimen van verdoken armoede, DE COREL 1949, 134.
Haar warme bloed verlangde naar de uren waarin het leven buiten het werkelijke van iedere dag treedt en waar, in dat verdoken spel van mannen en vrouwen, de heimelijke roep leeft van de levensdrift, DE PILLECYN 1962, 94.
Er was iets in zijn houding dat haar trof, iets onwilligs, iets als een verdoken verwijt, DE PILLECYN 1962, 98.
Erna vergezelde hare zuster, zonder meer, de eigenlijke reden bleef onverlet, niet omdat er vertrouwen ontbrak, of omdat er onder de twee zusters iets verdoken gehouden werd, doch alleenlijk uit een gevoel van bedeesde eerbaarheid, STREUVELS 1962, 29
Opm.: In de standaardt. volledig onbekend (freq. 0), hoewel nog vermeld in versch. handwdb.
- In Nederl. slechts incidenteel in de schrijft, in het begin van de 20ste e. aangetroffen (zie ook WNT s.v. verdoken).
Sam.: verdokenweg, stiekem (De man die hem verdokenweg wat lelieblaadjes meebrengt, gedrenkt in olie, om over zijn ingevreten brandwonden te leggen, BOON 1975, 145).