Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

va

betekenis & definitie

In Vl.-België vrij gebruikelijke verkorting van vader.

- Zie ook vake.

Ik zeg altijd maar dat wij tevreden moeten zijn met wat wij uit va’s broek meegekregen hebben, VAN AKEN 1976, 265.

Hij komt op zijn ouders toegelopen en zegt: - Moe, va, kom vlug! Daar is een paardemaker aan het werk, Koerier (ed. Hasselt) 18/8/1976, p. 22.

Ze zijn enigszins leden van de familie geworden. Ze spreken over de kostgevers als over «ons va» en «ons moe», Alumni 1978, 1, 8.