Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

toemaatje

betekenis & definitie

1. In ’t alg., ter aand. van wat men extra of bij uitzondering krijgt; ook: wat als reclame bij aankoop van waren wordt toegegeven: toegift; extraatje; soms bep. in toep. op wat als iets nieuws aan een evenement e.d. wordt toegevoegd.

Dat maakte twee lintjes meer dan de overigen van de Groep gekregen hadden; Absilis herinnerde zich de plechtigheid waarop ze uitgereikt waren. Hij was er zeker van dat de moeder van Laporte voor die twee toemaatjes gezorgd had, VAN AKEN 1965, 21.

De kunst- en ambachtenmarkt... werd vorig jaar een sukses. Daarom dit jaar een tweede uitgave echter met een toemaatje. Zowel op zaterdag als op zondag ... worden ... schapen geschoren, Gentenaar 10/5/1977.

In de buurt van de geklasseerde «Kruislievenheer» kunnen de bonnetjes die in de Libbrechtstraat en de Van Cromphoutstraat als toemaatje worden bedeeld, «umgetauscht» tegen schuimend gerstenat, Gentenaar 27/7/1977.

2. In ’t bijz.: dessert, nagerecht, (gemeenz.) toetje; als toegift bij uitzondering: extraatje; soms bep.: versnapering, hapje (bij de borrel e.d.).

Gek nu. Geleerd op zeven jaar, kleine communie, daarna gebak met koffie, en als toemaatje: pudding met krenten, WILLEMS 1970, 105.

Heel dikwijls wordt dit woord (t.w. toetje) gebruikt als synoniem met nagerecht, dessert, iets dat toegegeven wordt, een toemaatje dus, GALLE 1970, 139.

Hij kwam geregeld wat geld geven, opdat ik de schoolkinderen die de armste snoepjes kopen, een fijn toemaatje zou schenken, DAISNE 1976b, 175.

Als toemaatje in de na-twaalven uren kan een kaasschotel erg lekker zijn, Vrouw en Wereld dec. 1977, p. 18.

3. Ter aand. van een aanvullende opmerking of extra informatie die men de lezer of toehoorder wil meedelen; in de standaardtaal veelal: attentie! let op! of: opmerking; - vaak ook in toep. op een soort naschrift, dat inhoudelijk afwijkt van wat men in het bovenstaande artikel e.d. heeft behandeld.

U hoort het, als een c in vreemde woorden gevolgd wordt door een e, een i of een ij wordt ze als s uitgesproken. Een toemaatje: sommigen hebben het nog altijd over ‘veilleuse’ ...: spaarbrander en waakvlam. Vlug een kleine toemaat: laten we een glaasje yoghurt drinken. Ik spreek uit: JOgurt (u=e), GALLE 1967, 34.

Voor het middagmaal let men op een licht verteerbare, verse en afwisselende maaltijd. Toemaatje: Spinazie moet steeds vers zijn, d.w.z. niet opgewarmd, en het sap gebruikt u liever niet, Vrouw en Wereld juli/aug. 1976, p. 39.

Een financieel toemaatje: een nieuwsgierig bankier had het voortdurend over hot money. Toen vroeg hij ons plotseling: maar bestaat hiervoor geen Nederlands woord? GALLE 1976, 174.

Opm.: In de standaardt. uitsl. in de bet.: wat boven de iem. toekomende maat gegeven wordt: die melkboer geeft altijd een toemaatje.

- Zie ook WNT XVII, 558-559.

< >