Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

toelating

betekenis & definitie

Toestemming, goedkeuring, permissie; in ’t bijz. van overheidswege: vergunning, verlof, machtiging.

Het gemeentebestuur van Beveren had destijds wel een toelating afgeleverd voor de bouw van de reaktor maar niet voor de koeltoren, Gazet v. Antw. 5/7/1977.

- Iem. (de) toelating geven, iem. toestemming geven, een vergunning verlenen (tot-) enz.

De stad gaf de toelating om het domein kosteloos te gebruiken, Vrouw en Wereld juli-aug. 1976, p. 14.

In al zijn overmoed om T. toch via de kranten dieper in de put te krijgen, heeft B. aan de krant «Het Volk» wel toelating gegeven zijn naam te vermelden, Gentenaar 20/7/1977.

Ook o.a.: BRULEZ 1950, 101. TEIRLINCK 1952, 1, 217.

- (De) toelating krijgen (bekomen, verwerven) e.d.. Onze tante kreeg de toelating met ons aan de tafel te zitten, LIA TIMMERMANS 1962, 129.

Wanneer officiële toelating tot uitbating en inrichting v/e kampeerterrein is bekomen door de gemeente Bonheiden, zal M. onmiddellijk starten ook met een „Winterkamping”, Advert. (ed. Rupel) 24/8/1976.

Van de minister van verkeerswezen werd toelating voor de verkoop gekregen, Gentenaar 1/8/1977.

Dat ze gebruik konden maken van de St.-Walburgakerk, hagepreken hielden in volle stad en de toelating verwierven om op de Eindries een eigen kerk te bouwen, Gentenaar 12/8/1977.

Tot slot van de openbare zitting vroeg raadslid E. een motie tot het bespreken van een dringend punt. Alvorens hij hiervoor de toelating kreeg wilde hij de inhoud van dit punt niet mededelen, Gazet v. Antw. 4/7/1977.

Ook o.a.: VERMEYEN 1947, 37. JONCKHEERE 1957, 70.

- Iem. (de) toelating vragen, iem. toestemming vragen.

Jullie zijn boos omdat ik me zo onverwacht en in het publiek met de graaf verloofd heb, zonder jullie om raad en toelating te vragen, BERKHOF 1962, 168.

Ik (vroeg) in 1975 aan stedebouw in Gent de toelating om een kapelletje te bouwen bij een molen in St.-Lievens-Houtem. De toelating werd geweigerd, Gentenaar 19/5/1979.

Ze vroeg toelating aan de aartsbisschop om het veilig-geborgen klooster te mogen verlaten, Vrouw en Wereld sept. 1977, p. 33.

Ook o.a.: VANDEN MAELDERE 1946, 33. CLAES 1950, 130. JONCKHEERE 1957, 111.

- Zonder zijn toelating, zonder zijn toestemming of instemming.

Gij zult daar niet meer komen zonder mijn toelating! VAN HEMELDONCK 1945, 84.

Nu zegt de rentmeester dat hij er geen volmacht voor heeft, zoiets kan hij natuurlijk niet zonder toelating van meneer de graaf, WALSCHAP 1963, 380.

Ik excuseer mij, dat ik zonder de toelating het domein betrad. Er was evenwel niemand wie ik kon vragen of het mocht, LAMPO 1976, 324.

Nadruk van advertenties geheel of gedeeltelijk verboden zonder toelating, Uit een reclamefolder Meise jan. 1977.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: het binnenlaten, het toegelaten worden.

< >