1. Met een pers. als onderwerp: slagen, succes hebben; in ’t bijz.: slagen (voor een examen e.d.); - erin lukken te + infin., erin slagen of erin geslaagd zijn te -.
Het toch lukken in de juni examens door mijn zoon, na een door eigen schuld verwaarloosd jaar, Vrouw en Wereld jan. 1974, p. 8.
Iedereen van ons probeert min of meer bewust zijn leven „op het best” uit te bouwen. We lukken er niet altijd in. We moeten afrekenen met onze eigen tekorten, met beperkte levensomstandigheden, met zoveel onmacht, Vrouw en Wereld april 1974, p. 3.
Als we erin lukken de Kerk te zien als het Volk Gods dat samen onderweg is, dan ervaren we een heel andere situatie, Vrouw en Wereld sept. 1975, p. 8.
Ook bij deze diefstal in Reusel waren specialisten aan het werk. Zij lukten er in het alarmsysteem te ontwijken door langs de achterzijde ... 35 gaten te boren, Gazet v. Antw. 13/5/1977.
Met zijn tien overgebleven duifjes begon Roger opnieuw te kweken. Hij had het geluk de «Merckx» te kunnen terug kopen en te lukken met enkele duiven van Labeeuw uit Bissegem, Gazet v. Antw. 7/8/1977.
Bent U het b.v. eens met minister Chabert waar hij vertelt ... dat 57% van de kandidaten reeds bij de eerste keer lukken voor hun examen praktijk? Koerier 14/5/1978.
Als ik luk na die 4 jaar (praktijkervaring), krijg ik dan een bekwaamheidsattest van het ministerie, dat ik als zelfstandig boekhouder ... zelfs een eigen bureau mag leiden? Reklamegids 1/6/1978.
2. Treffen, toevallig uitkomen; dat kon niet beter lukken; het zou moeten lukken dat ge mij daar zoudt vinden.
3. (Iets) op een voorspoedige, op een geslaagde manier tot stand brengen; in de sportt.: (een tijd) maken.
Voor Ukkel betekent dat een gemiddelde temperatuur boven 15,5 graden, meer dan 170 uren zonneschijn en minder dan 54 mm neerslag. En moest deze voorspelling precies uitkomen, dan zou dat ook bijna uitzonderlijk zijn, want we hebben maar één kans op 27 om zo’n treffer bij toeval te lukken, Limburg 26/8/1976.
Laat dus niet na bloemen in huis te halen. Met een ietsje verbeeldingskracht en handigheid, kunt u schitterende komposities lukken, waaraan u meer dan één komplimentje zult verdienen, Uit een reclamefolder jan. 1977.
Monique Van Zaelen lukte haar beste tijd op 1500 m., Gazet v. Antw. 5/7/1977.
Wijns lukte 3.50.6 op 1500 m. Hij wordt hierin voorafgegaan door Guy Tondeur, Gazet v. Antw. 5/7/1977.
Renneboog zette een drietal verdedigers in de wind en lukte een fraai doelpunt, Gentenaar 8/8/1977. Zulke chrono wordt niet elk wereldkampioenschap gelukt, Gazet v. Antw. 28/8/1977.
Opm.: In de standaardt. uitsl. in onpers. gebruik: het is (ons) gelukt, het zal wel lukken enz.
