Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

stortbad

betekenis & definitie

Douche; ook in fig. gebruik.

Onmiddellijk gaat zij in het stortbad staan en draait de spuikraan open, TEIRLINCK 1952, 2, 80.

Ik liep naar binnen en smeet mijn kleren uit en ging onder het stortbad staan, VAN AKEN 1963, 15.

’s Avonds opnieuw huidmassage, dezelfde turnoefeningen, maar niet gevolgd door een koud stortbad, wel door ontspanningsoefeningen, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 24.

Vier op tien woningen hebben geen WC in huis, ongeveer de helft geen badkamer of stortbad en een op vier slechts verwarming in een enkele kamer, Gazet v. Antw. 3/6/1977.

Hij wil alleen het rekord van de Amerikaan David Foremann verbeteren die het ruim 175 uren onder de waterstraal uithield. Als je Clemens wil gaan bekijken moet je wel entreegeld betalen. De opbrengst van dit stortbad gaat naar een instituut voor kankeronderzoek, Gentenaar 16/7/1977.

Het letterlijk stortbad van de voormiddag werd, spijtig genoeg voor de Belgen, gevolgd door een figuurlijke douche, Gazet v. Antw. 18/8/1977.

Volledige badkamers met ligbad, zitbad of stortbad, Mech. 1/6/1978.

Tijdens de pauze liet Anderlecht Van Binst en Vercauteren onder het stortbad terwijl aan Oostendse zijde Boey het geraadzamer vond zich te laten vervangen wegens heropduikende pijn aan de dijspier, Gazet v. Antw. 17/4/1979.

Ook o.a.: Limburg 3/9/1976. Annoncenblad 21/1/1977, p. 11. Bond 21/1/1977. Reklaambad 16/1/1977. Uit een reclamefolder Brussel jan. 1977. Davidsfonds 1977, 4, 17.

Opm.: In de standaardt. ongebruikelijk (freq. 0), hoewel nog vermeld in versch. handwdb. Het woord werd door alle excerpenten als een ongebr. pur. gekenmerkt.

Sam.: stortbadkamer, douche(-cel) (Gentenaar 11/8/1977).

< >