In vet of olie gebakken, bolvormige koek: oliebol.
In het koude seizoen bleef men thuis. Dan bakte Margriet pannekoeken, smoutebollen of wafels, met dunne siroop, suiker en slagroom, DE RIDDER 1966, 13.
De lekkergeurende smoutbollen die op de kermis of de winterfoor aan het met spiegels versierde kraam verkocht werden, BOON 1972, 150.
Deze man ... liet tijdens een onbewaakt ogenblik een pollepel deegsiroop in kokend vet vallen en zodoende zag de smoutbol het onverhoedse levenslicht, Gazet v. Antw. 3/6/1977.
Om de hongerige magen en de kas te spijzen worden ook smoutebollen verkocht, Laatste Nieuws 1/8/1980.
Ook o.a.: VAN LOOY 1945, 103. CLAES 1955, 199.
Sam.: smoutbollenbakker (Na vijf generaties smoutbollenbakkers, Gazet v. Antw. 3/6/1977);
- smoutbollenkraam;
- smoutbollenpaleis (Weer een poos later kochten L. en A. het kraam van een konkurrent, het huidige smoutbollenpaleis, Gazet v. Antw. 3/6/1977).