Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

smotsig (smodsig)

betekenis & definitie

Vuil, vies, smerig.

Zij zag .. met afkeer op het vuil en smodsig werk, WATTEZ 1896, 160.

In de meest smotsige wijken der stad kon een plotse stilte zijn ingetreden, BOON 1975, 139.

Er stond een ladder tegen een gevel aan, en als de lange draad van een spin hing aan een dun touw een smotsig rood doek vastgemaakt, BOON, 1977, 145.

< >