In toep. op een (wollen) halsdoek inz. tegen de kou: das; - ook: sjaal.
In de bittere koude die dan heerst, loopt hij eveneens al blootshoofds, en een sjerp kan mama hem niet meer doen aanknopen, WEYTS 1950, 210.
Zeer grote keus in dassen en echarpen - het ideale geschenk, Shopping (ed. Antw.-Z.) 9/12/1976.
Nog maar net was F. het appartement binnen of hij gooide de jongedame op het bed, snoerde een sjerp rond haar mond en trok uit alle macht, Gazet v. Antw. 9/6/1977.
Weken op voorhand besteed ik avonden aan een nieuw matje knopen voor Veerle, voor Wim en Bart een warme sjerp breien, op Geertjes trui een mooie sticker naaien enz., Vrouw en Wereld dec. 1977, p. 24.
Opm.: In de standaardt. wel in toep. op een brede band, die men als versiering of als teken van waardigheid om het middel of over een schouder draagt.