Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

prestigieus

betekenis & definitie

1. Veel naam gemaakt hebbend; prestige hebbend; gezaghebbend, gezagvol; invloedrijk; beroemd, roemrijk; - ook: waar iemands prestige mee gemoeid is enz.

Eén van de grote tegenstanders van de traditionele Renault-teorie is Dr. Walter Bing, de oude maar wakkere Parijse korrespondent van de prestigieuze Zwitserse Automobil Revue, Knack 21/2/1973, p.

62.

De leiding van de jeugdgroepen meent ook dat ook voor volwassenen en bejaarden nog een aantal problemen moeten worden opgelost, die dringender zijn dan de prestigieuze sporthal, Gazet v. Antw. 22/7/1977.

Anderlecht dat toch een prestigieuse club is, BRT-Sportweekend 5/11/1978.

2. Vand.: indrukwekkend, schitterend.

Bernard Thévenet drukte die stempel nog op de tweede Tour, die hij veroverde. Hij deed dat te Dijon, in de meest prestigieuze tijdrit van de laatste decennia, Gazet v. Antw. 15/7/1977.

De produktie, die als een prestigieus revue-spektakel uit Parijs was aangekondigd, ontlokte aan een kollega zelfs de opmerking dat de kuisvrouwen van de Folies Bergères meer getalenteerd zijn dan de zogenaamde artiesten die vrijdagavond het podium van het Casino bevolkten, Gazet v. Antw. 27/7/1977.

Telkens duikt dan onveranderlijk de naam van De Coster bij die van de kandidaten op. Kan men iemand met zulk prestigieus verleden wel thuislaten? We menen van niet, te meer daar hij nog steeds tot de allerbesten behoort, Laatste Nieuws 30/7/1980.

< >