1. M. betr. t. zaken, inz. papier, geweven stoffen en kledingstukken: vouwen; niet plooien! als opschrift boven het adres van drukwerken e.d.: niet vouwen! - (w.g.) ook intrans., van kledingstukken: kreuken; die rok plooit nogal gemakkelijk.
Indien u over een postcheckrekening beschikt..., volstaat het dit formulier tweemaal te dateren en te ondertekenen, het te plooien en aan het Postcheckambt te zenden, Taalb. 1968, V, 20.
Haar jurkje lag zorgvuldig op de stoel geplooid, GEERAERTS 1977, 23.
2. M. betr. t. zaken, m.n. ledematen, metalen enz.: buigen; (armen) kruisen; ook oneig. m. betr. t. de wil; - daarnaast ook intrans.: doorbuigen, soms bep. gebukt gaan; in oneig. gebr. van pers.: buigen, zwichten; soms bep.: gehoorzamen, toegeven, de minste zijn; plooien of breken, buigen of barsten; ook wederk.
We hielden zelfs een moerasdorp-kermis. Allerlei wondere dingen waren toen te zien. Breteur plooide met de blote vuist ijzer in allerlei vormen, BOON 1961, 70.
Ze liet zich languit op het bed vallen, haar armen geplooid onder haar hoofd en wenste dat ze nooit geboren was geweest, VAN REMOORTERE 1965, 180.
Men plaatst op een bepaalde afstand een aantal lege flessen. De spelers bekomen zoveel ringen (strandringen, gordijnringen of geplooide ijzerdraad) als er flessen zijn. Men mag slechts één ring over dezelfde fles gooien, Vrouw en Wereld juli/aug. 1975, p. 21.
Mensen met sterk invallende lenden hebben vaak rugklachten. Hier een oefening om de lendenwervels te leren uitdrukken naar buiten .... Leun tegen de wand vanaf het zitvlak tot de kruin. Trek nu het zitvlak weg van de wand, daardoor plooien de knieën, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 25.
Armen en handen liggen losjes half gekanteld en met lichtjes geplooide vingers, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 26.
Leuke Play Flixies. Plezierig. Je kunt ze in alle houdingen plooien, Gazet v. Antw. 3/7/1977.
Afl./Sam.: ontplooien, ontvouwen, openvouwen («Als ’t zoo belangrijk is, zal ik het nu maar openmaken». Er is ’t gerucht van een omslag dat openrijt en ’t geritsel van papier dat wordt ontplooid, WACHTERS 1946, 106);
- dichtplooien, dichtvouwen, opvouwen; (een boek) dicht doen (‘Laat die krant hier, Jackie,’ zei Bennie. Jackie plooide de krant dicht, smeet hem onderarms naar Bennie toe, had zich alweer omgekeerd eer de krant de vloer raakte, VAN AKEN 1958, 32.
De half dichtgeplooide flensjes worden na ontdooien in de open pan of in het frituurvet gebakken, Vrouw en Wereld jan. 1976.
Een boek om nadenkend, bezinnend, te lezen en het nu en dan biddend dicht te plooien, Vrouw en Wereld okt. 1976, p. 33);
- opplooien (zie ald.); openplooien, openvouwen (Alumni 1978, 2, 12);
- overplooien (Ondertussen de 4 banaanhelften in een pan zacht bakken en ze samen met rozijnen en gekonfijt fruit op één helft van de nog zeer smeuïge eierkoek schikken, er de andere helft overplooien, Vrouw en Wereld juli/aug. 1974, p. 72);
- terugplooien (zie ald.); toeplooien, dichtvouwen, opvouwen (Terwijl Manse nog volop bezig was, ... het onverwachte nieuws te vertellen, plooide Ema ’t papier weer toe, STREUVELS 1962, 19);
- plooibed, vouwbed (in tegenst. met opklapbed dat in zijn geheel tegen een wand wordt ‘opgeklapt’) (Plooibed: matras in alle dikten. Ideaal voor logeerkamer - caravan - buitenverblijf, enz., Gent 19/8/1976, p. 14.
Slaap- en eetkamers in alle stijlen en houtsoorten, kinderslaapkamers, linnenkasten, plooi- en opklapbedden, Gazet v. Antw. 8/4/1977); .
- plooicaravan, vouwcaravan (Te koop: plooicaravan C. 74, 4 personen, controlevrij, voor de prijs van een campingcar, Klokske 27/4/1978); plooimeter, duimstok.